Oosterschelde

Fotoserie ‘Voortbouwen op onze wortels’

Op 24 mei viert jong en oud de Dag van het Nationaal Park. Onder het motto ‘Voortbouwen op onze wortels’ delen we de inspirerende verhalen van mensen binnen de nationale parken. Dit zijn Roy, Annet en Rien. Zij hebben een unieke band met nationaal park Oosterschelde!

Roy Hoogstad

Toen ik van school kwam, wist ik meteen dat ik schipper wilde worden.

Als schipper op zijn rondvaartboot laat Roy in de zomer zijn gasten bijna dagelijks zien hoe uniek de Oosterscheldenatuur is. Zijn grote favoriet: de zeehonden op de Vondelingsplaat. Roy kent ze door en door. ‘Ik heb zelfs een keer een zeehond geboren zien worden.’

 

Met de paplepel
Roy Hoogstad (25) vaart al zijn hele leven over de Oosterschelde. Als baby bij zijn vader op schoot en sinds 2017 staat hij zelf achter het roer. ‘Toen ik van school kwam, wist ik meteen dat ik schipper wilde worden.’ Roy kon terecht in het bedrijf van zijn ouders, Frisia Rondvaarten. In de zomer vaart hij bijna dagelijks uit. De ouders van Roy, Coby en Gerard, startten medio jaren ’90, toen de visstand terugliep, met het aanbieden van rondvaarten. Ze hebben nu twee boten: de grote Frisia en de wat kleinere Frisia 2. De boten liggen in Sint-Annaland op Tholen, vlakbij Roy’s woonplaats Sint-Maartensdijk. ‘In tien minuten fietsen sta ik aan de dijk, bij Gorishoek. Vanaf de dijk zie je daar heel vaak bruinvissen.’ 

 

Zeehondenpups
En hoe is dat dan, schipper zijn op een rondvaartboot? ‘Fantastisch! Geen dag is hetzelfde. Het weer is altijd anders, het tij is anders, de natuur is anders. Ik vind het prachtig om over de Oosterschelde te varen. Met onze zeehondenvaartochten varen we naar de Vondelingsplaat, waar bij laag water wel 50 tot 100 zeehonden liggen. In de zomer zie ik ze elke dag, dan zie je steeds kleine veranderingen in de groep. Er gebeurt altijd wel wat. Twee jaar geleden bijvoorbeeld, zagen we een zeehond geboren worden. Dat was echt hartstikke mooi om te zien. Je kon de placenta zien liggen in het zand. Sinds ik dat gezien heb, herken ik het vaker. Dan zie ik een placenta liggen, en weet ik dat ergens in de buurt een kleine pup moet zijn.’ 

 

Zandhonger op de Vondelingsplaat
Frisia Rondvaarten is onderdeel van het Gastheernetwerk van Nationaal Park Oosterschelde, een netwerk van recreatieondernemers die hun kennis van en liefde voor de omgeving over op hun gasten. En dat is aan Roy wel besteed, zeker als het over de Vondelingsplaat gaat. Al tijdens de Gastheercursus koos hij de plaat als favoriete plek. ‘Vanwege de zeehonden natuurlijk, maar je kunt er nog zo veel meer over vertellen. Het verhaal over zandhonger bijvoorbeeld.’ Met de komst van de Oosterscheldekering is de stroming minder sterk geworden, waardoor er geen natuurlijke opbouw meer is van zandplaten. Met name tijdens stormen verdwijnt er zand van de platen. Hoe lager de platen, hoe minder vogels en zeehonden er kunnen rusten en eten. Roy: ‘Een paar weken terug voeren we met opkomend water langs de Vondelingsplaat. Het waaide niet eens zo heel hard, maar je kon echt zien hoe het zachte zand werd weggeslagen.’ Gelukkig worden er maatregelen tegen zandhonger genomen, zoals het ophogen van de platen met héél véél zand.  

 

‘Het water hoort bij mij’ 
Water en Roy, dat zijn twee handen op een buik. ‘Het water hoort bij mij. In de winter, als we weinig rondvaarten hebben, vaar ik in de binnenvaart. Op vrije dagen vaar ik door de Biesbosch, of ik ga op vakantie naar een plek met zon én water. Ik moet gewoon op het water zitten.’ En dat is ook wat Roy in de toekomst wil blijven doen: ‘Ik hoop nog heel lang te mogen varen door Nationaal Park Oosterschelde. Ik wil zolang het kan het gebied laten zien vanaf het water, om mensen te laten ervaren dat je vanaf het water zo veel bijzonders kunt zien.’ 

Annet de Ruyter

Fascinerend hoe de dynamiek van het getij en de elementen het gebied hebben gevormd.

De enige Zeeuwse Eendenkooi die nog in bedrijf is, wordt beheerd door kooiker Annet. Ze heeft de afgelopen decennia een enorme liefde voor de getijdennatuur van Nationaal Park Oosterschelde ontwikkeld.

 

De geluiden van de schorren
Al 23 jaar woont Annet de Ruyter op een van de mooiste plekjes van Zeeland: pal naast de Eendenkooi op Sint Philipsland. Als ze de deur uitstapt voelt ze de zilte wind en ’s nachts hoort ze vanuit haar slaapkamer de geluiden van de schorren. ‘Ik ben helemaal vergroeid met het Oosterscheldegebied. In de loop der jaren kreeg ik steeds meer interesse in het getijdengebied. Ik vind het fascinerend hoe de dynamiek van het getij en de elementen het gebied hebben gevormd.’ 

 

Annets favoriete Oosterscheldeplekken zijn dan ook plekken waar je die dynamiek aan den lijve ondervindt. De Rumoirtschorren bijvoorbeeld, of de Krabbenkreek – tussen Sint Philipsland en Tholen in. ‘Als ik daar tegen zonsondergang loop, en ik zie de omgeving overgaan van dag naar nacht, de platen vallen droog en duizenden vogels komen op de gedekte tafel af… De geluiden van de vogels, de lichtval… Dan ga ik automatisch langzamer ademen, langzamer lopen. Ik word helemaal stil van het wonder om me heen.’ 

 

Wetenschappelijk onderzoek
Terug naar de Eendenkooi, de plek waar het voor Annet allemaal begon. Ze nam het kooikervak in 2000 over van haar vader. De kooi op Sint Philipsland is de enige Zeeuwse kooi die nog actief is, hij ligt hier al sinds 1882. Werd de Eendenkooi vroeger gebruikt voor de jacht, nu staat onderzoek centraal. Eendenkooien spelen een belangrijke rol in het onderzoek naar ziektes, zoals vogelgriep. Annet: ‘Ik werk mee aan het onderzoek naar zoönosen – overdraagbare ziekten van dieren op mensen. Daarvoor neem ik bloed af bij watervogels. Extra belangrijk omdat nu, tijdens de vogeltrek, de kans op een uitbraak van vogelgriep sterk toeneemt.’ De gevangen eenden worden onderzocht, geringd en weer vrijgelaten. ‘De kooi ligt op een goede locatie, midden op de route van de vogeltrek. Vogels kunnen rusten langs de plas, opvetten en foerageren. Het zit vol eenden en andere vogels hier.’  

 

Natuurbeschermers van de toekomst
Vanuit het kooikerbestaan werd Annet ook terreinbeheerder bij het Zeeuwse Landschap. ‘Op Sint Philipsland waren nauwelijks excursies voor scholen, dat heb ik hier opgezet. Ik vind het ontzettend leuk om met een groep het gebied in te gaan en kinderen vinden het hier ook helemaal fantastisch. Ze zijn vaak in de buurt geboren en getogen. Ik wil de natuur dichtbij huis meegeven, ze laten zien waar ze wonen en hoe geweldig dat is. Hoe slikken en schorren ontstaan, hoe ontzettend veel beestjes er in het schor leven, welke bijzondere planten er groeien. Kinderen zijn de natuurbeschermers van de toekomst.’ 

 

‘Het vrije spel der elementen’
Annet citeert enkele zinnen uit het Natura2000-rapport, waarmee Nationaal Park Oosterschelde destijds beschermde status kreeg: ‘De Oosterschelde kenmerkt zich door het vrije spel der elementen, de voortdurende wijziging van land en de grenzen van land en water, waarbij de invloed van menselijke activiteiten (…) in het niet zinkt bij het stempel dat natuurlijke elementen op de Oosterschelde drukt.’ Annet: ‘Dit is precies waar het om gaat: ik wil mensen meegeven dat de natuur kwetsbaar is. In mijn hele leven is de natuur nog nooit zo kwetsbaar geweest als nu. Natuurlijk moet je van de natuur kunnen genieten, maar soms moeten we ook afstand nemen. Van zeehonden die liggen te rusten en jongen zogen. Van vogels, in het broedseizoen.’ 

 

Weerloos
Het is best lastig balanceren tussen recreatie en natuurbescherming, vindt Annet. ‘Mijn vertrekpunt is altijd natuurbescherming. Maar mensen moeten ook mee kunnen genieten en je moet als natuurbeschermer ook oog hebben voor immaterieel erfgoed, voor tradities. Op Flipland wordt bijvoorbeeld met Pasen krentenbrood met krukels gegeten. Als we in verbinding blijven en met respect met elkaar omgaan, kunnen we die balans vinden.  

 

Annet sluit af met een tweede citaat, van Lucebert dit keer: ‘Alles van waarde is weerloos’. Vijf woorden die voor haar alles samenvatten waar het in Nationaal Park Oosterschelde om gaat – de schoonheid, de rijkheid, de kwetsbaarheid.  

Rien Pronk

Al tijdens het voorbereiden van de excursie werd ik gedwongen om op een andere manier naar het gebied te “kijken”. Wat kan je er horen, wat ruik je, wat kan je deelnemers laten proeven of voelen?

Wat is een zeevarken? Waar vind je het tasje van een zeemeermin? Hoe zie je de geschiedenis terug in het landschap? Natuurgids Rien is kind aan huis in Nationaal Park Oosterschelde en vertelt er graag over. ‘Ik wil dat mensen weten hoe bijzonder het hier is.’

 

Laten zien wat er groeit en bloeit
Rien Pronk (60) was als kind al veel in de Zeeuwse natuur te vinden. Op zijn zesde verhuisde hij vanuit Rotterdam naar Schouwen-Duivenland. Toen hij gids werd in Nationaal Park Oosterschelde was dat geen vanzelfsprekendheid: Rien zit sinds zijn 36e in een rolstoel en natuurgebieden zijn niet altijd even rolstoelvriendelijk. Maar dat houdt Rien niet tegen, met zijn off-road rolstoel kan hij als Natuurgids op veel plekken komen. Rien houdt van buiten zijn én met mensen op pad gaan die interesse hebben in de natuur. ‘Het geeft me energie om mensen te laten zien wat er leeft, groeit en bloeit in de natuur, wat er allemaal gebeurt in en rond de Oosterschelde. Ik vertel graag over de bijzondere geschiedenis. Mensen weten vaak niet hoe uniek het gebied is, soms weten mensen die vlakbij wonen zelfs niet eens dat het een Nationaal Park is!’  

 

Luisteren naar de golven
Eén excursie staat Rien nog helder voor de geest. Er kwam een groep blinden en slechtzienden vanuit Vlaanderen naar de Schelphoek, een prachtig gebied tussen Burghsluis en Zierikzee, waar tijdens de Watersnoodramp van 1953 een groot gat in de dijk werd geslagen. Rien: ‘Al tijdens het voorbereiden van de excursie werd ik gedwongen om op een andere manier naar het gebied te “kijken”. Wat kan je er horen, wat ruik je, wat kan je deelnemers laten proeven of voelen? We hebben samen het zilte zeewater geroken, het gras en de bloemen. We hoorden vogels, golven, een schaap in de verte. We proefden zeewier, mosselen en oesters. Een bijzondere dag, waardoor ik zelf het gebied ook weer anders ging beleven.’ 

 

Dijkwachtershuisje
Zelf gaat Rien graag naar de haven van Burghsluis. ‘Die plek geeft me rust, je hebt er mooi overzicht over de Oosterschelde. En – voor mij niet onbelangrijk – je kunt er makkelijk komen. Vanaf de weg kan je de zeehonden al zien.’ Anderen zou hij eerder het eiland Neeltje Jans aanraden, of het Dijkhuisje bij Wissenkerke. Aan de Keihoogteweg staat buitendijks een oud dijkwachtershuisje met een bijzondere geschiedenis. Jarenlang was dit huisje de uitvalsbasis van menig man die in weer en wind de dijk in de gaten hield. Nog tot 1986 werd het huisje gebruikt voor dijkbewaking, tot de Oosterscheldekering in gebruik werd genomen. Vlakbij het dijkhuisje staat een getijdenbak, volgens Rien echt een aanrader als je Nationaal Park Oosterschelde wilt ontdekken. ‘In de getijdenbakken die op meerdere plekken aan de Oosterschelde staan kan je zien wat er leeft in het water. Bij vloed stromen ze vol, bij eb kun je op onderzoek uit. Verschillende wieren, garnalen, verschillende soorten visjes, misschien een anemoon: er leeft echt van alles! Vaak vinden volwassenen het minstens net zo leuk als kinderen.’ 

 

Dromen van brak water
Met zo’n getijdenbak kan Rien goed laten zien waar het voor hem om draait: al dat leven in de Oosterschelde. ‘Het is belangrijk dat mensen zich bewust zijn van het leven in de Oosterschelde, en dat we daar zorgvuldig mee om moeten gaan. De natuur is ook noodzakelijk voor óns leven, we zijn allemaal van elkaar afhankelijk. Jouw handelen heeft effect op planten en dieren. Dus neem je afval weer mee naar huis, ga met respect om met de dieren en planten in Nationaal Park Oosterschelde.’ Voor beleidsmakers heeft Rien ook een boodschap: ‘Laten we er alsjeblieft voor zorgen dat we niet de hele Oosterschelde vol bouwen met recreatiewoningen, er moet wel wat over blijven om van te genieten.’ En als Rien echt mag dromen, dan droomt hij van een Oosterschelde waarin de biodiversiteit groeit in plaats van afneemt. ‘Het zou geweldig zijn als de Oosterschelde weer in direct contact staat met de rivieren, dat zoet rivierwater weer mag mengen met zout zeewater. Dan komen planten en dieren die het brakke – zout met zoete – water nodig hebben weer terug. Bij het Haringvliet duurde het 20 jaar voor de sluizen uiteindelijk op een kier gingen, maar ik blijf positief denken.’ 

Meer zien?

In de nationale parken zijn drie individuen geportretteerd, elk met hun eigen, unieke verhaal. Zij vertellen over hun diepe band met het nationaal park. De verhalen laten zien hoe de mensen, ongeacht hun leeftijd en achtergrond, de schoonheid en magie van het nationaal park omarmen. Het inspireert om zelf de verbondenheid met de natuur op te zoeken.

 

Bekijk de hele fotoserie