De Meinweg

Fotoserie ‘Voortbouwen op onze wortels’

Op 24 mei viert jong en oud de Dag van het Nationaal Park. Onder het motto ‘Voortbouwen op onze wortels’ delen we de inspirerende verhalen van mensen binnen de nationale parken. Dit zijn Claudine, Laure en Thim, en Sjraar. Zij hebben een unieke band met nationaal park De Meinweg!

Claudine Bours

Met natuurontwikkeling kun je hier heel veel, maar ook boeren moeten in het gebied een toekomst blijven hebben. Dat hoort bij de lokale cultuurhistorie. 

Claudine Bours is gezondheidswetenschapper en oprichter van de ‘Stichting Op de Hei’ in  Asenray: “Mijn overgrootvader heeft geholpen om de veenheidegronden ten oosten van Roermond te ontginnen voor de landbouw; mijn vriend Jeroen en ik willen deze beweging de komende jaren terugdraaien, maar op een andere manier, zodat natuur en landbouw nu samen kunnen gaan. 

 

Zesde generatie 

“Ik ben de zesde generatie die op deze boerderij in het buitengebied van Asenray woont; drie jaar geleden hadden wij het geluk de boerderij te kunnen kopen en in de familie te behouden. De koeienstal van toen is nu ons woonhuis. Vroeger was het een ‘ouderwetse’ gemengde boerderij met onder andere verschillende soorten vee en akkerbouw. Ik herinner me de koeien in de wei, de bermen vol wilde bloemen en je zag veel weidevogels, fazanten en reeën in het gebied. Dat is nu veel minder.” 

 

Voedselbos 

“Met onze Stichting ‘Op de Hei’ (in oprichting) willen we een voedselbos realiseren. Het moet een waardevolle plek worden voor de lokale gemeenschap waar we op een natuurlijke manier voedsel verbouwen. We zien allemaal dat de manier waarop we nu met de aarde omgaan moet veranderen, de balans van geven en nemen is stuk. De problemen die dit oplevert worden steeds zichtbaarder en daar kun je moedeloos van worden, maar je kunt ook iets doen. Wij kiezen voor het laatste: wij willen iets doen om te laten zien dat het anders kan. 

Als je ánders kijkt, kan er namelijk heel veel. Met het voedselbos willen we ook educatief een bijdrage gaan leveren. Het traject van ontwerp, planning en realisatie kan ons veel leren over hoe andere vormen van landbouw in dit gebied kunnen worden toegepast. Hopelijk kunnen we daarmee ook anderen helpen en langzaam een beweging in gang zetten.    

Ook willen we een andere manier van denken promoten: het mag langzaam, in het natuurlijke ritme groeien. Door het goed in te richten, draagt een voedselbos continue bij aan de biodiversiteit en die bouwt zich steeds verder op en wordt krachtiger. Uiteindelijk gaat het land op een gezonde manier teruggeven. Zo’n dergelijk ecosysteem staat voor mij voor balans, van geven en nemen. 

Ik verheug mij bij de gedachte dat het gebied  Roermond-Oost, tussen de Meinweg en het Swalmdal, weer helemaal opleeft; hieraan werken geeft mij veel voldoening. Met natuurontwikkeling kun je hier heel veel, maar ook boeren moeten in het gebied een toekomst blijven hebben. Dat hoort bij de lokale cultuurhistorie. Het moet wel allemaal wat meer met de natuur mee. We zullen gaandeweg leren hoe we dit kunnen bereiken, daar zie ik een mooie uitdaging in.” 

 

Delen is vermenigvuldigen 

“Sinds kort zijn we samen met andere ondernemers aangesloten bij de Werkgroep GORO (Gebiedsontwikkeling Roermond-Oost) die dit mooie gebied opnieuw op de kaart willen zetten. We gaan integraal kijken naar ontwikkeling van natuur, landbouw en recreatie. Zo kun je met dooradering in het gebied al heel veel, bijvoorbeeld door diverse stroken van bomen en planten door het gebied aan te leggen, waardoor je oversteekzones krijgt voor insecten en grotere dieren. Zo willen we het gebied, samen met de andere ondernemers hier van onderop weer opbouwen. En daarin willen we onze kennis van onze successen, maar ook onze fouten delen. Delen is wat ons betreft namelijk vermenigvuldigen. Zo kunnen steeds meer mensen meedoen.” 

Laura van den Berg

In de toekomst hoop ik op een harmonieuze wijze steeds meer samenwerkingen aan te gaan met agrariërs, recreatie en natuur, waarbij iedereen het recht heeft op een bestaan en op ontwikkeling. Ik denk dat dat een mooi streven is en dat iedereen elkaar kan versterken.

 

Laura van den Berg is al zo’n 10 jaar eigenares van het café “Plantage Blankenwater”. In deze horecagelegenheid vlakbij Nationaal Park De Meinweg verkoopt zij onder andere producten die gemaakt worden met bosbessen, die haar broer Thim op hetzelfde landgoed verbouwt. Een mooi samenspel van recreatie en landbouw. 

 

Duurzame bedrijfsvoering
“De plantage bestond al in 1969. In 1997 hebben mijn ouders de plantage overgenomen van familie Strents en verder uitgebreid. Wij zijn weer overgestapt naar biologische teelt. Het duurt drie jaar voordat je een volledig biologisch bedrijf bent en ook het keurmerk verdient. Toch gaan we de uitdaging aan en blijven we stappen zetten in het verduurzamen van het bedrijf. We zien dat de overgang naar biologische teelt overal in Nederland aan de gang is. Voor de reguliere landbouw is in Nederland eigenlijk geen ruimte meer. Wij hopen in de toekomst op een harmonieuze wijze steeds meer samenwerkingen aan te gaan met agrariërs, recreatie en natuur, waarbij iedereen het recht heeft op een bestaan en op ontwikkeling. Ik denk dat dat een mooi streven is en dat iedereen elkaar kan versterken. Op die manier maakt één en één drie!” 

 

Het horecagedeelte werd later een mooie toevoeging aan de blauwe bessenplantage waardoor de plantage zich ook extra kan onderscheiden. Laura: “In hat piekseizoen komen mensen bessen halen en drinken ze een kopje koffie of ze komen wat drinken, en nemen dan wat bessen mee naar huis. Je krijgt dan heel veel vakantiemensen. Wat je in de winter ziet zijn de mensen die dan overblijven en drie keer in de week een cappuccino komen drinken. Soms gaan mensen gezellig bij elkaar zitten en afspreken. Dat vind ik mooi aan horecawerk, het verbindt! Tijdens de coronapandemie viel het sociale stukje weg en dat was voor een hoop gasten soms erg moeilijk. Je hebt in een dorp toch een functie om mensen bij elkaar te brengen.” 

 

Vogelaars
“Een paar jaar geleden zat er een bijzonder vogeltje hier in de buurt, en dat zorgde dan ook wel weer voor een toestroom vogelaars. Die vogel wist wel precies wanneer de horecadrukte was. In de ochtend vloog hij weg en in de avond als alle gasten weg waren kwam hij weer terug. Als je kunt zeggen dat je horecagelegenheid in een nationaal park ligt is dat wel extra bijzonder. Tegelijkertijd is het verhaal vanuit de agrarische kant wat moeilijker. De natuur en agrariërs lijken altijd tegenover elkaar te staan maar ik denk dat ze prima samen kunnen. Mijn broer en ik denken daarom graag mee met ontwikkelingen, alleen moet het ook voor ons voordelig blijven.”
 

Spreiding van bezoekers
Toen wij voor het eerst in Roermond Oost gingen wandelen voelde het echt een beetje als een andere wereld, alsof we uren in de auto hadden gezeten naar een ander land. Het was kleurrijk, nog redelijk ruig omdat het pas kortgeleden was aangelegd. Als mensen mij vragen waar leuk te wandelen valt, dan vertel ik vaak over Roermond Oost. Ik hoop dan ook dat de verbinding tussen Boukoul en dat gebied beter wordt, zodat je er makkelijker kan komen. Dat gebied is echt een verborgen pareltje en er kan natuurlijk nog een heleboel ontwikkeld worden.”

 

Sinds het coronatijdperk hebben velen de natuur ontdekt. Dat leidt tot veel drukte in natuurgebieden, De Meinweg niet uitgezonderd.  Laura: “Ik zit ook bij een club genaamd ‘Gebiedsontwikkeling Roermond Oost’. Wij zetten ons in om die verbinding te verbeteren en aantrekkelijker te maken. Vaak ga je wandelen in het Swalmdal of in de Meinweg, het zou mooi zijn als het gebied achter Asenray ook de waardering krijgt die het verdient. Door Roermond Oost wat meer te ontwikkelen zou je die bezoekers meer kunnen spreiden over andere natuurgebieden. Voor de wandelaars is er dan meer variatie mogelijk en is het minder druk. Daardoor wordt de natuur ook weer minder belast. Wat mij betreft is dat een win-win situatie!.

 

Wat mij in de brede zin wel is bijgebleven is de ontwikkeling van het gebied wat betreft de recreatie. Soms vraag je je af waar zo’n proces toe leidt, maar als je nu ziet hoeveel mensen er gebruik maken van wandel-en fietsroutes en voor hoeveel verbinding dit zorgt tussen dorpen en gebieden, denk ik dat de gemeente Roermond hier goed aan heeft gedaan. De wandelroutes zijn uitgekozen door de mensen die verstand hebben van wat de mooie plekken zijn.  

 

Als je Laura vraagt naar haar favoriete plek in de Meinweg ligt dat dicht bij huis: “Het bosgebied naast de plantage: ”Kort geleden is dit gebied echt tot natuur ontwikkeld en ik kan er volledig mijn hoofd leegmaken door de rust die er heerst. Je hebt er kronkelpaadjes, slingers en ook voor de kinderen is het een avontuurlijke speelplek. Die rennen heuvels op en af. Als je er op de goede momenten naartoe gaat kun je ook wild zoals reeën zien, dat is altijd schitterend. Het is een ongerept stukje natuur maar het voelt ook echt als thuis.” 

Sjraar van Beek

De oplossing voor stikstof is simpel: we moeten gewoon weer gaan boeren als 100 jaar geleden.

Als boeren zich afvragen waarom ze ergens na er 100 jaar gezeten te hebben weg moeten, moeten ze misschien weer gaan werken als 100 jaar geleden! Aldus Sjraar van Beek, die samen met Meike Beckers de schapenherders coördineert die samen 23 schapenkuddes onder hun hoede hebben, waaronder een drietal kuddes die in het brede gebied rondom de Meinweg grazen.  

 

Wol naar Scotch & Soda
Hoewel er voor wol geen afzetmarkt is, heeft Sjraar zich verdiept in wolselectie en splitst hij zijn wol samen met mensen met afstand tot de arbeidsmarkt in A, B en C wol. De A wol levert hij aan Scotch & Soda, die trots zijn op hun leverancier uit Nederland. 

 

Potentie van schapenbegrazing
Sjraar is geen standaard schapenboer. Van origine is hij ecoloog en tijdens zijn opleiding ontwikkelde hij een interesse in heidegebieden en het beheer daarvan. “Toen ik 23 jaar was, waren er een aantal opvattingen over de juiste aanpak wat betreft beheer van deze gebieden. Ik was al vroeg overtuigd van de potentie van schapenbegrazing, en ben hier toen ook mee aan de slag gegaan. Hiermee draag je bij aan natuurbeheer.” In eerste instantie was Sjraar actief op de Grote Hei in Venlo, waar hij de schapenbegrazing toepaste op het grote heidegebied. “Dan kreeg je soms kritiek over de hoeveelheid kuddes, maar uiteindelijk had dit beheer een zeer positief effect op het gebied. De Grote Hei is inmiddels misschien wel een van de mooiste heidegebieden van Nederland. Extra mooi dus, om dit beheer nu ook toe te kunnen passen op de Meinweg om de heide hier naar een nieuw niveau te brengen.” 

 

Pure herdersbeleving
Sjraar en Meike hebben in de loop van de tijd ook een liefde ontwikkeld voor hun werk met de schapen. “De mooiste momenten op de Meinweg zijn denk ik de vroege ochtenden waarbij je met de schapen op pad gaat. In die rustige ochtenden kom je nog wel eens reeën en zwijnen tegen in de Meinweg”.  Ook het overdragen van de ‘herderservaring’ aan de mensen is een belangrijk aspect van hun werk. “We geven de mensen graag een ‘pure’ herdersbeleving mee, of leggen ze uit wat het herders vak precies inhoudt. We merken dat een aantal veebedrijven activiteiten aanbieden zoals knuffelen met schapen of ermee op de foto gaan. Dit is voor ons echter niet waar het herdersvak om draait.” 

 

Sjraar en Meike zouden maar al te graag doorgaan deze herderservaring op hun gasten over te brengen. Daarnaast willen zich blijven inzetten voor het heidegebied. “De heide is een thuis voor een groot aantal unieke soorten. Daarom hopen we dat meer mensen hart gaan krijgen voor deze natuur. Er moet veel minder focus komen te liggen op de problematiek, maar juist op de positieve aspecten van de natuur en hoe je die kunt ondersteunen zodat de natuur zelf weer in balans komt.”  

 

Terug naar boeren zoals 100 jaar geleden
“Vaak vragen boeren zich af waarom ze ergens van de overheid weg moeten, terwijl ze er al honderd jaar zitten. Ik denk dan, misschien moet je dan weer gaan werken zoals honderd jaar geleden, misschien hoef je dan niet meer weg.” Sjraar is overtuigd van een eigentijdse aanpak binnen boerenbedrijven, met meer oog voor duurzaamheid en biodiversiteit. “Ik zou er zelf ook wel een voedselbosje bij willen!” 

Meer zien?

In de nationale parken zijn drie individuen geportretteerd, elk met hun eigen, unieke verhaal. Zij vertellen over hun diepe band met het nationaal park. De verhalen laten zien hoe de mensen, ongeacht hun leeftijd en achtergrond, de schoonheid en magie van het nationaal park omarmen. Het inspireert om zelf de verbondenheid met de natuur op te zoeken.

 

Bekijk de hele fotoserie